Flevum, Romeins fort-0000.0011

 

 Literatuur

 

- Hettema, H., De Nederlandse wateren en plaatsen in de Romeinse tijd. 's-Gravenhage (Nijhoff), 1951. [347 blz. ISBN -]. (Centraal staan de Rijn en de Limes. Besproken worden tal van discussies over meerdere onderwerpen en het standpunt van Hettema daarin.
"Fectio, castellum Flevum en de Nabalia": blz. 189-219 (Zeer uitvoerige bespreking van tal van onderling tegenstrijdige verklaringen. In het jaar 28 komen Friezen in opstand tegen de Romeinen. "Zij doodden de soldaten, die de belastingen moesten innen, doch konden de hoofdman Olennius niet in handen krijgen. Deze vluchtte naar het castellum Flevium." 'Met Holwerda' meent Hettema dat het castellum Flevium niet in het noorden, bij het Amelander gat lag, maar dat het het castellum bij Vechten betreft. Beide auteurs geven toe niet over doorslaande bewijzen hiervoor te beschikken.
Het grote castellum 'Flevium', werd nadat de Romeinen de verovering van Germanië hadden opgegeven, minder belangrijk. "Het castellum werd, om zo te zeggen, in belangrijkheid overwoekerd door de inheemse handelsnederzetting Fictio. Dat kwam door de handelsweg naar het noorden. Het blijkt uit de daar gevonden 'grootste verzameling overblijfselen van terra sigillata van geheel N.W.-Europa', zoals Holwerda stelt.)

- Halbertsma, H., Frieslands oudheid. Het rijk van de Friese koningen, opkomst en ondergang. Utrecht (Matrijs), 2001 2e druk/(1e druk: 2000). [406 blz. ISBN 90.5345.167.6].
Hierin "Het Castellum Flevum": blz. 18-19 ("Cluverius zocht het castellum Flevum aan de Vliemond op Terschelling en vele latere auteurs zijn hem hierin bijgevallen." [...]
"Beelaerts van Blokland brak in 1943 een lans voor Velsen, vereenzelvigde de lucus Baduhennae met Bakkum, de villa van Cruptorix met Egmond aan den Hoef. Op Beelaerts' taalkundige argumenten valt heel wat af te dingen - afgezien van het feit dat Velsen niet aan het Flevum lag - aangenomen dat Tacitus hiermede het Vlie op het oog had."
Opgegraven zijn bij Velsen twee Romeinse, grotendeels door overstromingen weggespoelde militaire vestigingen: Velsen I en Velsen II, ongeveer 1 km van elkaar. Velsen I werd rond het jaar 15 aangelegd en kort na 28 verlaten, "zodat er een samenhang doorschemert met de door Tacitus beschreven opstand van de Friezen". Velsen II was groter, mogelijk lagen daar ook troepen. Gebouwd rond het jaar 40 en verlaten ca 55.
Bogaers betwijfelt of castellum Flevum bij Velsen lag.
"Velsen I en II werden aangelegd langs de zuidelijke oever van een brede stroom die in noordelijke richting uitmondde in een tussen Castricum en Egmond de kust doorbrekende zeeboezem, naar het zuiden het Spaarne in zich opnam en in oostelijke richting het IJ, dat op zijn beurt in verbinding stond met de Utrechtse Vecht en een reeks andere veenstromen. Er bestond klaarblijkelijk een voor de scheepvaart bruikbare verbinding tussen de Oude Rijn en het Egmonder zeegat via Velsen, waarvan de meervoudige betekenis de Romeinen waarlijk niet ontging.")

- Heijden, Paul van der, Romeinen langs Rijn en Noordzee. De limes in Nederland. Utrecht (Matrijs), 2020 [136 blz. ISBN 978.90.5345.561.6]. nHierin "Flevum": blz. 15 ("Aan de monding van de Vecht, bij het huidige Velsen, legden de Romeinen een fort aan dat te boek staat als het meest noordelijke van het Europese continent. Waarschijnlijk is dit het in de Romeinse literatuur genoemde Flevum." - dit is de relevante tekst volledig).